Van de volwassenen die als kind na een scheiding van hun ouders met de nieuwe partner van hun moeder in een huis hebben gewoond, beschouwt 44 procent deze stiefvader als ‘echte’ vader. Het aandeel dat een stiefmoeder als moeder ziet, is met 17 procent veel lager. Dat blijkt uit het onderzoek Ouders en Kinderen in Nederland, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met het CBS.
Het rapport wordt vandaag (16 oktober 2018) gepubliceerd. Hieruit blijkt dat 4 op de 10 volwassenen de stiefvader als vader is gaan zien.
In mijn praktijk als mediator, overlegscheidingsadvocaat en coach van samengestelde gezinnen maak ik veelal mee dat de vader het vaderschap niet in kan c.q. mag vullen. Het vaak “weg gummen van de andere ouder”. Dit is niet alleen bij vechtscheidingen het geval, maar ook bij ogenschijnlijk goed verlopen scheidingen. Uit het onderzoek blijkt ook dat kinderen de andere ouder echt missen. Daarom is het extra belangrijk om voor het overleg in plaats van de strijd te kiezen als jullie besloten hebben om te gaan scheiden.
Saillant detail is het echter wel het enorm grote verschil tussen hoe de stiefmoeder wordt ontvangen (17%) in tegenstelling tot de stiefvader (44%). Daarbij is het onderzoek gehouden onder volwassenen die nu 25-46 jaar zijn. Inmiddels is de tijdgeest wel veranderd – zo zijn er veel meer co-ouderschappen – en kan hetzelfde onderzoek in de toekomst andere resultaten laten zien.
Lees hier het CBS rapport.